We hebben de instructies om een masterfile te maken verbeterd en aangevuld met nieuwe software. Onderstaande tekst vervangt de tekst op pagina’s 165-177.
MAAK EEN MASTERFILE
Een ‘masterfile’ (hoofdbestand) is een tekstbestand waarin je alle relevante feiten die je in je onderzoek tegenkomt bij elkaar zet. Met alle aantekeningen op één plek is het gemakkelijk om de vorderingen van je onderzoek te volgen, verbanden tussen de feiten te ontdekken en de overgebleven hiaten in je kennis op te sporen. Door de masterfile met regelmaat aan te vullen, word je ‘meester’ van de materie en weef je geleidelijk het definitieve verhaal.
1. Breng een structuur aan
Voor een goed overzicht is het verstandig de feiten in de masterfile te ordenen. Een goede structuur daarvoor is dezelfde structuur die je ook wilt gebruiken voor het verhaal. Met andere woorden: de structuur van het verhaal kan ook prima dienst doen als structuur voor je research! Dit is een van de kerninzichten van Story-Based Inquiry.
- Open een nieuw tekstdocument in MS Word, Apple Pages of Google Docs.
- Typ hierin onder elkaar de belangrijkste gebeurtenissen van het verhaal. Als je volgens de Story-Based Inquiry-methode een tijdlijn hebt gemaakt, dan kun je deze kopiëren en hier plakken.
- Selecteer de zinnen en verander de tekststijl van ‘Hoofdtekst’ in ‘Koptekst’. Hierdoor vallen ze beter op in het document, zoals hoofdtitels in een boek. Bovendien kun je dan een inhoudsopgave creëren, wat straks het navigeren door de masterfile vergemakkelijkt.
2. Voeg een bron toe
De volgende stap is het toevoegen van feiten én de bronnen waaruit deze feiten afkomstig zijn. We beginnen met de bronnen.
Feitelijk is elke bron een document. Ga maar na: onze informatie komt van websites en uit PDF’s, tekstbestanden, databestanden, beeldmateriaal en audio-opnames. En als we iemand hebben geïnterviewd, vormen de aantekeningen van dat interview óók een document. Je ‘documenteert’ je research. Daarom spreken we vanaf hier niet meer over ‘bronnen’ maar over ‘documenten’.
- Typ (of kopieer en plak) de titel van het document waaruit de informatie komt in de masterfile.
- Voeg vóór de titel een uniek opvolgend nummer (‘indexnummer’) toe.
- Selecteer de hele titel met het nummer en maak een hyperlink naar het originele document. (Zie kader 1)
<aside>
🔗
Kader 1: Hyperlinken
- Webpagina’s en PDF-bestanden die online staan, hebben een link (url) die je kunt kopiëren.
- Van documenten in Google Drive kun een link ophalen via de ‘Delen’-knop.
- Documenten op de harde schijf van je computer (dus niet in de cloud) kun je van een link voorzien met deze tool: linkyourfile.com. Dit kan met elk bestandstype, dus ook Excelbestanden en illustraties. Vanuit je masterfile kun je kortom naar alle mogelijke digitale documenten linken.
- Als je alle documenten uploadt naar Google Pinpoint (journaliststudio.google.com/pinpoint), kun je je hele archief doorzoeken met de krachtige algoritmen van Google. En als je ze toevoegt aan Google Notebook (https://notebooklm.google) kun je ze zelfs bevragen met AI.
- Als je webpagina’s liever wilt bewaren als PDF’s dan als url, voeg dan de extensie PrintFrienly (www.printfriendly.com) toe aan je browser. Met één klik zet dit programma elke webpagina om in een prettig leesbaar document.
</aside>
Opmerkingen
- Door elk feit in de masterfile te koppelen aan een bron, wordt de masterfile een nuttig referentiedocument — voor jezelf, voor factcheckers en voor juristen (in geval van een rechtszaak). Zorg dat feit en bron altijd bij elkaar blijven, ook als je een tekstfragment binnen de masterfile verplaatst. Voor de zekerheid kun je het indexnummer van het document ook nog eens achter de fragmenten noteren, zodat deze meeverhuist.